De huidige weekmarkt in Oud-Beijerland begon op 20 november 1957. Deze markt werd gehouden op het plein bij de Bierkade en de Havendam, op de locatie waar zich nu het Joods monument bevindt.

In 1960 is de weekmarkt verplaatst naar haar huidige locatie aan de Vliet in de West- en Oost-Voorstraat.

Op deze locatie vindt sindsdien, met uitzondering van een uitstapje naar het Vierwiekenplein begin van deze eeuw, elke woensdag de weekmarkt plaats.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Op de plek waar nu een gedeelte van de winkel van Bakkerij Voordijk staat stond in 1820 reeds een pand. Dat pand is eigendom van leerlooier Philip Goudsmit. In 1850 dient hij een aanvraag in om hier een leerlooierij te beginnen. Na veel bezwaren beluit het gemeentebestuur uiteindelijk hem deze vergunning te weigeren.

De zoon van Philip, Simon Philip Goudsmit, zal in 1870 overigens een vennootschap oprichten betreffende den handel in garen, band, sayet en hetgeen daartoe behoort. Deze onderneming zal later bekend worden als Magazijn de Bijenkorf.

Het pand op Molendijk 46 wordt in 2014 afgebroken ten behoeve van de uitbreiding van het nieuwe pand van Bakkerij Voordijk. Op 12 november leggen Gerlé, Leonie en Hans Voordijk de eerste steen van dit nieuwe pand.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

In dit pand is anno 2025 sigarenwinkel Vermeij gevestigd. Volgens onderzoek van Piet Spanjers zou op deze locatie ca. 1650 het Groothuis van rentmeester Gilles Pandelaert hebben gestaan. Gilles Pandelaert was, samen met Isaack Manrique, één van de opdrachtgevers tot de bouw van het Oude Raadhuis.

In 1820 staat staat het perceel geregistreerd als eigendom van de vlasser Ary Saarloos. Na enkele malen van eigenaar te zijn verwisseld, wordt het pand verhuurd aan de zwagers Jacobus van den Berg en Ivo Weeda. Zij vragen op 19 augustus 1901 een Hinderwetvergunning aan voor de oprichting van een stoomverffabriek.

Na het vertrek van de verffabriek naar een ander pand in de Oost-Voorstraat komt het pand in 1934 in bezit van Willem Cornelis de Looze. Hij begint hier een tabakswinkel onder de naam Keurvorst. Deze winkel wordt later overgenomen door zijn schoonzoon, Wout van Pelt.

In 1955 wordt de voorgevel gewijzigd en krijgt het pand de huidige uitstraling. In 1976 wordt de tabakswinkel uiteindelijk overgenomen door de broers Johan en Pieter Vermeij.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Dit pand aan de Kerkstraat maakte oorspronkelijk deel uit van het pand aan de West-Voorstraat nummer 6. Wanneer Diederika Helena Petronella Schutter, de weduwe van mr. Anthony van Weel, op 23 maart 1897 overlijdt, wordt het pand bij de boedelverdeling op 11 juli 1897 toebedeeld aan één van haar dochters, Antoinette Clara de Jongh – Van Weel.

Zij laat het perceel in 1902 splitsen en de schuur in de Kerkstraat afbreken. Vervolgens bouwt ze hier het huidige pand met trapgevel, in het Kadaster aangemerkt als “school en erf“.

Haar dochters Emilia Diederika en Diederika Helena Petronella de Jongh beginnen hier samen met de godsdienstonderwijzeres Antoinette Buisman van de Nederlandsche Protestantenbond (NPB) de Kinderbond, om de jeugd op woensdagmiddag en zaterdagmiddag te onderhouden met naai- en breiwerk, handenarbeid en voorlezen.

Later zal de bestemming van dit pand worden uitgebreid met een openbare leeszaal. In 1910 schenkt Antoinette Clara de Jongh – Van Weel het pand aan de vereniging “Ons Huis“, waarvan Anna Hers, dochter van de bekende huisarts Hers, de directrice werd.

Het pand wordt verder ook gebruikt voor het geven van lezingen en cursussen. De bibliotheek zal er tot 1970 gevestigd blijven. Later zijn hier verschillende bedrijven gevestigd.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Dit perceel maakte ooit deel uit van “Welgelegen”, de meestoof aan het toenmalige einde van de haven. In 1882 laat de timmerman Pieter Smit het pand splitsen en grondig verbouwen tot woonhuis.

In 1933 is Cornelis Vermaat eigenaar en laat het woonhuis weer verbouwen tot winkelpand. In het pand komt vleeschmaatschappij “De Hoeksche Waard”, uitgebaat door slager J.W. van Dam.

In 1938 laat Cornelis Nelis Vermaat het pand weer verbouwen tot twee woonhuizen. Deze situatie zal tot de dag van vandaag zo blijven.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

In 1909 koopt de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) op Marktplein 1 een huis en erf van de erven van Pieter de Koning Ariesz.

Op 2 november 1910 wordt er een vergunning aangevraagd voor het bouwen van een wachtlokaal bij de tramhalt aan het Marktplein. De exploitatie komt in handen van Christiaan van Tiggelen.

In 1955 wordt het wachtlokaal verkocht aan expediteur Abraham Troost, die hier een cafetaria begint. Het pand wordt in 1963 verkocht aan D.A. de Vroedt.

In 1976 is Pannekoek- en broodjeshuis “De Grabbelton” gevestigd in het pand.

In 1976 wordt het voormalige wachtlokaal afgebroken en trekt D.A. de Vroedt het bij hun bestaande winkel.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Dit pand, Marktplein 8, is het oudst bekende logement in Oud-Beijerland. In 1793 worden logement “De Oude Hoorn” en logement “’t Raadhuis” al genoemd door de Nederlandse stad- en dorpsbeschrijver L. van Ollefen. Het logement kent in de loop de jaren veel logementhouders.

In september 1897 is het logement landelijk nieuws. Er logeert een koopman uit Rotterdam. Op zijn kamer in het logement heeft hij een tasje hangen met een geladen revolver. Bij het schoonmaken van de kamer stoot een kamermeisje tegen het tasje. Het tasje valt op de grond en de revolver gaat af. Er volgt en schot en de kogel tref het kamermeisje in de voet.

In 1932 sticht een inwonende kelner brand in het hotel, waarbij een groot gedeelte verloren gaat.

Sinds juni 2017 is hier een vestiging van restaurantketen ‘De Beren” gevestigd.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

In juni 1903 wordt een bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van een aantal brandspuithuisjes in het dorp. De brandspuithuisjes bevatten blusmaterialen, zodat dit in tijden van nood snel bij de hand was.

Deze huisjes stonden dan ook verspreid door het dorp heen. Zo stond er één aan de Oost-Voorstraat ter hoogte van de brug naar het weeshuis en een aan de Oostdijk.

Het laatste brandspuithuisje stond in 1975 aan de Oostdijk. Dit huisje was jarenlang in gebruik bij loodgieter Dirk in ’t Veld. In 1974 verwierp de gemeenteraad het voorstel om het gebouwtje te slopen. De Raad was van mening dat afbraak een verlies zou betekenen van dit uit historisch oogpunt waardevol gebouwtje.

Dat de opinie kan veranderen blijkt maar al te goed. Nog geen jaar later, in mei 1975, weigerde de gemeenteraad een krediet van fl. 8.000,- beschikbaar te stellen voor de restauratie van het in bouwvallige staat verkerende huisje (_{^{bron: Nieuwsblad van de Hoeksche waard, 15 mei 1975}}). Van renovatie is het niet meer gekomen.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

In 1820 waren op deze locatie enkele kleine panden gevestigd. In 1868 en 1869 koopt Barend Marinus Wiebe beide panden, voegt ze samen en laat de voorgevel wijzigen. Hij vestigt hier een winkel in galanterieën.

De winkel in galanterieën wordt later overgenomen door zijn dochter Annemie. In 1933 laat Annemie Wiebes twee grote winkelruiten plaatsen in het pand.

Het pand kent in de periode daarna diverse eigenaren. In 1953 vestigt Abraham van Peenen er een winkel in onder andere radio’s en huishoudelijke artikelen. Daarna, in 19783, komt er een vestiging van de Nederlandsche Middenstandsbank (NMB), later de ING-bank.

In 2003 vestigt “Gentlemen mode” zich in het pand, waarna de voorgevel wordt teruggebracht naar de situatie van Barend Marinus Wiebes rond 1870.

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.} 

Sinds april 2019 is hier damesmodewinkel “Nance Fashion” gevestigd. 200 Jaar daarvoor, in 1820 stond hier al een klein dijkhuisje in eigendom van naaister Maria Nonswijk, weduwe van Jillles van Hulst. We weten niet precies wanneer, maar ergens vóór 1900 is het pand al verbouwd tot winkel.

Het pand wordt een aantal malen vererfd. Rond 1910 is hier waarschijnlijk een manufacturenwinkel gevestigd, wat op onderstaande foto ook te zien is op de fries boven de winkelruit.

Later wordt het pand verhuurd aan de tuinder Aart Pors, die hier een zaadhandel begint. In 1924 wordt het pand verbouwd en krijgt de gevel de huidige uitstraling. In 1937 wordt de zaadhandel overgenomen door Frederik Cornelis Struijk. Hij zal de zaadhandel tot 1978 voortzetten.

Eerst is in 1978 voor een korte tijd dansschool Annokkee gevestigd op dit adres.

In de periode daarna volgen diverse huurders elkaar op:

• 1990: Modewinkel That’s it mode
• 1995: Modewinkel La femme Mode
• 2012: Boekenwinkel Spirituele Boeken Enzo
• 2014: Boetiek Blitz-2-Blitz
• 2016: Sieraden en modeaccessoires By Delight
• Sinds 2019: Damesmodewinkel Nance Fashion

^{Dit Pareltje van de week bevat slechts een vleugje historie. De hele geschiedenis kunt u inzien in ons Historisch Informatiepunt (HIP) in het Oude Raadhuis.}